Rollend materieel
Reizende op u aan ben ik per trein.
Komen en gaan hebben elkaar gevonden.
Ik word door ijzer met het doel verbonden
en de beweegreden moet daar al zijn.
Zodoende kan ik voor het raampje mijn
aandacht bepalen bij het grote wonder
der vele schijnbewegingen, waarzonder
ik trouwens nimmer zou vertrokken zijn.
Woonsteden balanceren om een spil,
die zich verzet waarheen mijn oog het wil.
Seinwachtershuisjes dobbelen voorbij;
de teerling van de spoorwegmaatschappij.
Tegen de horizon schuiven de bossen
alvast naar voren om u in te lossen.
1956
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.