Je bleef te kort
om te kunnen voelen
hoe warm wangen zijn.
Hoe verlangen soms
naar een glas water smaakt.
Wat er na winter komt.
Dat een afgeknipte tak
in een vaas blijft bloeien
alsof hij zijn boom niet mist.
Enkel de zon
geen schaduw heeft.
Hoe koeien doen.
Dat het leven was
wat door jouw wimpers
schemerde.
En hoe traag daarna
elk uur weer
de grote wijzer
tegen de kleine kruipt.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.