Het regende niet en het was ook niet te warm.
De wind streek door mijn haar en ritselde in de wilg.
Het lawaai van het verkeer op de brug
en mijn ergernis daarover, dreven van me weg.
Een vogel vloog voor me langs en dat ik
zijn naam vergeten was, leek onbelangrijk.
Ik stond in de Stadswaard met om me heen
het ruige groen, en de twijfel aan hoe ik
eruitzag of in elkaar stak, viel van me af.
Dat ik mijn voeten in mijn wandelschoenen ietsje
begon te voelen, was alleen maar aangenaam.
Nog een paar passen en ik kon haar aanraken:
werkelijk vlakbij stroomde de Waal.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.