Er is een plein, alle tegels recht
alle stappen voorbereid. De rug van de stad
in het oevergras, languit, zijdezacht.
Strakker dan ooit als je stilstaat, alle zin.
De brug hangt in de lucht. Achter je
herinnering; voor je ligt wat wacht:
die ene zilveren toren, doorschijnend
in de nacht. En je kijkt naar wat je toekomt -
een ruis van boven, een steppend kind
vanuit een lift die daalt - en weg,
zwaaiend over het plein, onder
rubberen binders beneden en opzij
knisperende bladeren, eeuwig en voorbij.
Frans Budé
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.