betover,
bezweer,
verjaag het gedrocht
dat heimelijk huist
in het holst van mijn geest,
dat als een zwiepende zweep
op de rug van het vreemde
vruchteloos zekerheid zoekt.
Trek met je tong
een vervaarlijke streep
in mijn hebzuchtig vel.
Lik uit mijn poriën
het zweet en de pis en de stank
van mijn angst.
Veroordeel mijn duimschroef
tot brandstapels gif.
Bezem mijn stoffige hoeken,
begeester, beheks mijn pooiers van licht,
wijd mijn hersens met water van rede
en baad al mijn handen in onschuld.
Ontsnap aan de vierschaar en
kom, toveresse,
kom!
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.