Voel de zachte bries die wervelend ruimte krijgt
boven de golven van de Geul. Nabij hoek en straat,
nabij de paden van verwondering de blijde doortocht
van het water, zijn zang op alle uren van de dag.
Op elke windtocht warrelt stof geruisloos boven
eeuwenoude graven, klinken langvergeten namen.
Onze kwieke voetstap door straten en dreven als groet
aan hen die nu in vrede rusten. Tussen de Bruggen
verglijden de jaren, horen we van dichtbij
het klaterende spel van water. En wij, onderweg,
badend in het licht, vertellen elkaar verhalen,
volgen het slingerende pad dat vóór ons ligt.
Dichter(s): Frans Budé
Locatie: Tussen de Bruggen 71, 6231 CC Meerssen, Netherlands
Taal: Nederlands
Datum geplaatst: 2010
Relatie met locatie: Het gedicht staat op een kleine granieten zuil niet ver van de woning gelegen aan Tussen de Bruggen 71. De dichter heeft zich laten inspireren door wat je hier omringt: het water van de Geul, het groen, en tegenover dat alles: het oude Joodse kerkhof.
Initiatiefnemer: Stichting Gedichten langs de Geul
Opmerkingen of wetenswaardigheden: Het gedicht begint met de eerste indrukken als je op deze plaats staat. Een bries, wervelen, golven, blijde doortocht, warrelen: allemaal woorden die refereren aan beweging, vitaliteit, snelheid --- maar dan plotseling: 'geruisloos'. Plotseling stokt de beweging, van het ene moment op het andere, zoals muziek van een uitbundig wervelende, extraverte passage in twee, drie noten kan overgaan naar rust, naar een contemplatief, verstild deel. Vanuit bruisend leven plotseling de bewustwording van wat uit het leven verdwenen is: 'eeuwenoude graven', 'lang vergeten namen'.
Die twee, leven en dood, bepalen het gedicht. Enerzijds woorden en beelden die verbonden zijn met leven, energie, optimisme; contrasterend daarmee het verleden, rust en stilte. Met de tijd als de weg die deze twee polen bij elkaar brengt, de weg tussen verleden en toekomst: onze 'doortocht': 'wij, onderweg'.
De Geul staat symbool voor de nooit ophoudende stroom van het leven, maar ook voor het voorbijgaan van de tijd en van het leven. De Geul stroomt, zoals het leven stroomt, in voortdurende vernieuwing; én zoals de jaren van ons wegstromen. 'Tussen de Bruggen / verglijden de jaren, horen we van dichtbij / het klaterend spel van water'. De weg van alle leven: de toekomst die heden wordt, en dan wegglijdt naar het verleden.
En wij, 'badend in het licht' van het heden, wij zijn 'onderweg', wij zijn de brug tussen het verleden en de toekomst. 'Onze kwieke voetstap' is een 'groet' aan de gestorvenen, maar wij volgen het pad naar de toekomst 'dat voor ons ligt.'
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.