ik wacht op jou
met de ellebogen op mijn knieën,
de armen gekruist
gerust
hoog in de dakgoot
klinkt een merel een beetje gregoriaans
de toren zweet ossenbloed
hier gaat niets verloren.
als 't vuur
van de stad
vervaagt
sterven
de vonken
in onze straten
zinkt de lucht
en klemt een
laatste dronken
glimlach zich
tussen de kasseien
waar al
wat wij zeiden
in voegen begraven ligt
warm ik mijn gezicht.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.