Daar zitten ze dan elke
avond, soms tot ver
in de nacht te keuvelen
en naar de sterren starend:
die aardige jongens van Nescio
honderduit bomen dat is wat ze
’s zomer op dat bankje tegen
het hek van het Oosterpark doen
over burgermannen die zij zweren
nooit te gaan worden
over de heren in driedelige pakken
met hun poen en vette sigaren
die zoveel beter af zijn dan zij
nee, dat gaan die aardige jongens
van Nescio niet ambiëren
een heel kamerameublement
kun je eraan verdienen als je
dat had kunnen onthouden wat
Bavink, Hoyer en Koekebakker
op dat bankje zoal filosofeerden.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.