Of het er altijd al zo bij lag, er geen
eeuwen strijd was tegen het water, of ook
de inrichting, uitruil en het dagende besef
dat van land weer water maakte, leidend
tot dit uitzicht, slechts bestonden in je geest
Achter de zompige boezemrand past nu
alles in zijn verband: de kavels nabij
de boerderijen, en aarde, mens en dier
in stil verbond met elkaar vergroeid:
cultuur die natuur, haar bron, omarmt
In de verte, af en aan, glijden zeilen
door het hooiland, grazen schapen
op de dijk, broeden vogels, paaien vissen
en bouwt, duurzaam onder vluchtige
wolken, de mens aan zijn bestaan
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.