Wat zal ik met mijn verlangen doen,
Nu de wind heeft de wolken verdreven
En de merels al juichen om 't heerlijk seizoen?
— In licht herleven?
Wat zal ik met mijn verlangen doen,
Nu al knoppen de lenteboomen
En de struiken omsluiert belofte van groen?
— Mij dronken droomen?
Wat zal ik met mijn verlangen doen,
Nu narcissen en tulpen al gloeien
En jacinthen al vlammen in zonnezoen?
— Er blij van bloeien?
Wat zal ik met mijn verlangen doen,
Wen, bedwelmd door de blauwe seringen, De nachtegaal klaagt in het Mei-plantsoen?
— Er zoet van zingen?
Wat zal ik met mijn verlangen doen,
Nu voor eeuwig mijn lente is verdwenen
En erinnering fluistert van ach! en toen?
— Er wild om weenen?
Wat zal ik met mijn verlangen doen,
In die weelde van lente-gebeuren?
— Verheffen ten hemel mijn aanschijn koen
Of treurig neuren?
Wat zal ik met mijn verlangen doen,
Dat, bleek, in de bloeiïng wil zwerven?
— Ver van den lachenden lentenoen,
Er stil mee sterven?
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.