Zoals deze polder een grensgebied vormt,
tussen Zuiderzee en Heuvelrug,
zo groeit riet op de grens van water en land.
Land dat gewonnen is,
ruisen van golven werd ruisen van riet,
riet dat in dit o zo vlakke land
de enige verticale richting kiest.
Riet, dat water reinigt, zoals de polder mij.
Rust en ruimte, vergezichten,
lucht en leegte, wind en water
zompig gras, de sloten, kreken,
Eem, en zelfs de Zuiderzee
Water, bondgenoot in oorlog en
vriend die kalmeert en uitdaagt
tot gespetter, prestaties en plezier.
En in het luchtruim zweeft de buizerd
wachtend op zijn prooi.
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.