's Morgens na de hagelslag
groet ik de dongen van de dag.
Ik groet de grond waarop ik sta,
de tafel en de tafella,
de lepels, vorken, messen,
de jam van rode bessen,
de kruimels naast mijn bord.
Ik groet het keukenschort.
Dan klim ik op de keukenkruk,
roep uit het raam: wat een geluk!
Dag kat, dag merel, beer,
dag buitenlucht, dag weer!
Terug naar overzicht
Vind je dat er informatie over dit gedicht ontbreekt? Stuur een mail naar
info@straatpoezie.nl met de titel en locatie van het gedicht en de aanvullende informatie.